Ik heb al heel veel leuke
momenten meegemaakt op de werkvloer. Jammer genoeg is onmogelijk om deze
allemaal te beschrijven. Het zou eigenlijk wel lukken, maar dan heb ik een heel
boek. Ook zijn er wat mindere zaken gebeurd. Ik zal de situaties eruit nemen die
ik het belangrijkste vind en het leukst om
over te schrijven.
In Bandra sta ik in een klas van
10 jongeren met een leeftijd tussen 11 en 16jaar. Ik heb de opdracht gekregen
om 2 jongeren uit deze klas individueel te begeleiden. Naarmate ik hier langer
was, kreeg ik meer kinderen om mee te werken. Nu begeleid ik ze allemaal
individueel. Ik zal ze ook niet allemaal bespreken, maar ik kan in het algemeen
wel een paar zaken vertellen. Er zijn 2 kinderen zonder fysieke beperking, wat
wil zeggen dat alle anderen een rolstoel nodig hebben. En er is maar 1 kind die
volledig verbaal kan communiceren. De anderen kunnen klanken en woorden geven,
maar niet goed praten. Ik zal 2 kinderen
bespreken, dit zijn degene die ik individueel ondersteun.
Als eerste is er een jongen die
me iedere keer opnieuw doet lachen, hij is schitterend. Hij heet Yash en is de
enige verbale jongen. Hij heeft een verstandelijke beperking en een licht
visuele beperking. Waarom hij me zoveel doet lachen, is moeilijk om uit te
leggen, maar ik zal mijn best doen! Hij is zeer impulsief en enthousiast.
Bijvoorbeeld de eerste weken dat ik hier was zei hij iedere morgen: ‘hey
Laurence, what’s your name?’ waarna ik antwoordde dat hij het al wist omdat hij
me zo begroet had. Ook vroeg hij steeds waar ik vandaan kwam en hoe oud ik was.
Iedere keer opnieuw zei ik dat hij goed moest denken omdat hij het antwoord
wist. Uiteindelijk kon hij steeds opnieuw op het juiste antwoord komen. Hij
zingt zeer veel en zeer graag. Uit het niets begint hij een liedje te zingen.
Bijvoorbeeld: doremi van the sound of Music, hoofd-schouders-knie-en-teen,
blackberry en zoveel indische liedjes. Hij doet altijd met een imitatie van de
instrumenten of een probeersel van de dansjes. Ook heeft hij bepaalde
bewegingen die echt grappig zijn. Hij is zeer gefocust op netheid, waardoor hij
draadjes die loshangen van de kleren vast neemt tussen twee vingertjes en het
probeert los te trekken, zeer voorzichtig maar hard genoeg om het eraf te
krijgen, een vlekje op zijn bank krabbelt hij ervan, verf aan zijn vingers kan
hij niet verdragen dus om de zoveel seconden gaat hij zijn handen gaan
wassen. Hij leert alles door herhaling,
waardoor je zoveel moet zeggen tot hij het weet. Hij armworstelt graag, alleen
trekt hij je arm plat ipv duwen. Maw hij laat de andere winnen, maar denkt dat
hij zelf wint. Ook wanneer je zegt dat hij moet nadenken, doet hij leuke
bewegingen. Hij tikt dan met zijn vinger tegen slaap alsof hij echt diep aan
het nadenken is. Hierbij herhaalt hij steeds: ‘think, think, think, …’ Er is
zoveel meer dat ik over hem kan vertellen, maar het is moeilijk voor jullie om
te begrijpen. Daarom zal ik proberen om een filmpje te maken van hem. Alleen al
voor een leuke herinnering voor mij, maar ook voor jullie om een beeld van hem
te vormen. Als laatste wat leuk is om te vertellen over hem, is dat wanneer wij
naar Colaba gaan. Hij de volgende dag nog gelukkiger reageert als hij mij ziet.
Wanneer ik er niet ben, vraagt hij constant aan de leerkracht: ‘where’s
laurence?’ .
Vervolgens heb je Nachiket. Het
is een jongen met autisme en hypersensitiviteit. Hij communiceert niet verbaal,
enkel via lichaamstaal. In het begin was het zeer moeilijk om met hem te
werken. Hij reageert vaak agressief. Niet enkel naar mij toe, maar ook naar zijn
moeder, leerkracht, andere kinderen. Hij trekt aan haar van anderen, bijt op
materiaal, gooit met zaken zoals een boek of zelfs een tv, krabbelt anderen
(hierdoor heb ik 2 schrammen op mijn hoofd, ze zijn gelukkig bijna weg!) Maar
hij kan ook zeer lief zijn. Hij neemt e hand vast en legt hij hoofd erop om aan
te tonen dat hij vrienden wil zijn. Hij kan knuffels geven uit het niets. Hij
gaat soms naar andere kinderen en komt aan hun gezicht om te tonen dat hij hen
als vriend ziet. Het negatieve komt meer en meer naar boven omdat hij zijn
structuur verliest. Hij is van in de voormiddag naar school te gaan, verandert
naar enkel de namiddag. Niet zo’n goed idee. Maar ik heb een structuurbord voor
hem gemaakt, waardoor hij weet wat er van hem verwacht wordt. Dit helpt goed.
Alleen houdt er bijna niemand zich aan de structuur. Hij heeft nu ook een
beloningssysteem. Er wordt overlegd met de therapeuten om meer gedragstherapie
te geven aan hem. De laatste tijd komt hij niet veel doordat het examens zijn.
Na een tijdje aanpassen lukt het om het examen van hem af te nemen. Hij is zeer
intelligent.
Tenslotte doe ik Bandra zoveel
meer dan enkel de kinderen begeleiden. De leerkracht vraagt me steeds opnieuw
om bepaalde dingen te knutselen, examen af te nemen in andere klassen,
spelletjes spelen met de klassen, toezicht houden in andere klassen, … .
Naarmate de stage eindigt, voel ik me hier meer en meer thuis.
In Colaba zit ik in een klas met
kinderen van 6-7jaar. Er kunnen er 3 van de 10 Engels spreken. De anderen begrijpen
alles, maar kunnen geen Engels praten. Het levert nog grappige situaties op. Ze
proberen alles uit te leggen door vanalles en nog wat uit te beelden. Soms
begrijp ik snel wat ze bedoelen en andere momenten snap ik er nog minder van.
Hier moet ik ook 2 kinderen individueel begeleiden. Alleen zijn die 2 kinderen
er zelden wanneer ik er ben. Hierdoor ben ik meer met de andere kinderen bezig.
De verantwoordelijke leerkracht loopt ook steeds weg wanneer ze mij ziet. En in
de namiddag is ze er nooit. Hierdoor mag ik doen wat ik wil. Ik geef ze
knutselopdrachtjes, werkblaadjes die ik terugvind in de kast, … Vanalles en nog
wat wat ik met op dat moment kan bedenken. Ik blijf iedere keer tegen de
leerkracht zeggen dat ze moet blijven omdat ik geen leerkracht ben. ’s morgens
kan ze nu al een uurtje blijven, maar daarna is ze alweer weg. Ze bied steeds
haar excuses aan, maar loopt keer op keer weg. Ik ben het ondertussen al
gewoon. De leerkracht van de andere klas helpt me wanneer ik iemand nodig heb,
dus helemaal alleen ben ik niet.
In Colaba zitten er zeer leuke
kindjes. Ze komen bijna allemaal van de sloppenwijken, maar ze blijven steeds
optimistisch. Ze lachen de hele dag door, maken grapjes, dansen of doen een
beetje zot. Er is een klein meisje die een beetje een groeiachterstand heeft.
Haar hoofdje komt tot aan mijn heupen. Wanneer ze achter me staat om me te doen
verschieten, is haar gezicht dezelfde hoogte als mijn poep. Ze is zo schattig
en lief. Ze komt steeds opnieuw met lange enthousiaste verhalen. Alleen versta
ik er niets van. Een ander meisje fluistert steeds in me oren en vertelt me
geheimpjes, alleen kan ik ook niet verstaan wat ze zegt. Wanneer ik tegen hen
vertel dat ze het moeten vertellen in het engels of toch moeten proberen,
herhalen ze het in het Hindi, maar op een zeer traag tempo en met gebaren. Soms
kan ik hier iets uit afleiden, maar meestal niet. De meeste jongens in de klas
spelen graag tikkertje of doen me verschieten. Ik heb ze geleerd om vliegertjes
te maken en ze hebben er ondertussen al zeer veel laten vliegen.
Zo, dit is een deel van mijn
schoolervaringen. Ik kan er nog zoveel meer vertellen. Wanneer je meer wilt
weten of vragen hebt, mag je ze gerust stellen. Ik zal met plezier alle
herinneringen bovenhalen.